Pensioenopbouw na ontslag

Redactie Sparen.nlLaatst gewijzigd op 13 mei 2015

Word je ontslagen en kom je in de werkloosheidwet (WW) terecht, dan bouw je geen aanvullend pensioen meer op bij een werkgever. Hierdoor ontstaat er een pensioengat, waardoor je later wellicht een te lage pensioenuitkering ontvangt. Hoe langer je werkloos bent en hoe hoger je salaris is, hoe groter de pensioenschade. Maar hoe kun je deze schade nu herstellen?

Ontslag en pensioen – Wat nu?

Een eerste mogelijkheid is dat je ex-werkgever de pensioenopbouw na ontslag voortzet. Dit leg je vaak vast in een afvloeiingsregeling. Mocht je ex-werkgever niet doorgaan met de opbouw, dan kun je bij sommige pensioenregelingen zelf de regeling voortzetten. Je betaalt dan dus wel zelf de pensioenpremie. Een andere optie is dat je ex-werkgever een ontslagvergoeding meegeeft, waarin een bedrag als pensioenvoorziening is opgenomen.

Het komt echter ook vaak voor dat geen van bovenstaande mogelijkheden plaatsvindt. In dat geval bouw je dus helemaal geen pensioen na je ontslag op. Je kunt dan wel, wanneer je veel spaargeld hebt of eventueel als je later weer een baan hebt, dit pensioengat op een belastingvriendelijke manier aanvullen.

Pensioenschade na ontslag herstellen

Bouw je namelijk geen of te weinig aanvullend pensioen op via je werkgever, dan beschik je over jaarruimte. Dit is een bedrag dat je te weinig aan aanvullend pensioen opbouwt. Je kunt dit bedrag zelf op een fiscaal vriendelijke manier sparen via een bankspaarrekening of lijfrenteverzekering, zodat je alsnog voldoende pensioen opbouwt. Het fiscale voordeel bestaat uit twee delen: het opgebouwde tegoed behoort allereerst niet tot het eigen vermogen in box 3, waardoor je hierover geen vermogensrendementsheffing betaalt. Bovendien betaal je pas loonbelasting op het moment dat je de uitkering tijdens je pensioen ontvangt.

Omdat je inkomen na je ontslag lager is dan dat je gewend was, hoef je de jaarruimte niet direct te sparen. Je kunt opgebouwde jaarruimtes van de afgelopen 7 jaar namelijk ‘opbouwen’. Dit noem je de reserveringsruimte.

Tip! Met de rekenhulp van de Belastingdienst kun je precies bereken hoe groot jouw jaar- en reserveringsruimte bedraagt. Zo weet je dus precies hoeveel je op een fiscaal vriendelijke manier mag sparen voor pensioen.