Redactie Sparen.nlLaatst gewijzigd op 31 oktober 2014
De spaarrentes in Nederland liggen op dit moment relatief hoog. Lees ik dit goed?, zul je misschien denken. “Ik zie de rente op mijn spaarrekening alleen maar dalen!”. Toch zijn de spaarrentes in verhouding met de ons omringende landen vrij hoog. Dit komt doordat Nederlandse banken een relatief hoog bedrag aan hypotheken hebben uitstaan. Deze leningen financieren ze met spaargeld of door geld op te halen op de kapitaalmarkt. Hoeveel geld banken uitlenen en hoeveel financiering hier tegenover staat, noem je de loan-to-deposit-ratio.
Wat is de loan-to-deposit-ratio?
Een letterlijke vertaling van loan-to-deposit-ratio is ‘lening-ten-opzichte-van-deposito-verhouding’. Deze ratio geeft dus aan hoeveel banken hebben uitgeleend ten opzichte van de funding die ze hebben in de vorm van spaargeld en aangetrokken funding op de kapitaalmarkt. Dit laatste zijn bijvoorbeeld leningen van andere banken of van beleggers.
Zoals gezegd is de Nederlandse hypotheekschuld relatief hoog. Hierdoor hebben Nederlandse banken ook een hoge loan-to-deposit ratio van gemiddeld 180 procent, blijkt uit cijfers van De Nederlandsche Bank (DNB). Dit betekent dat de banken 180 procent hebben uitgeleend van het geld dat zij hebben als funding. Met het spaargeld en de aangetrokken middelen op de kapitaalmarkt kunnen de banken dus slechts 55,5 procent van de uitstaande leningen financieren. Ter vergelijking: In België is de gemiddelde loan-to-deposit-ratio van banken ongeveer 80 procent en in Duitsland 105 procent.
Bij de vier Nederlandse grootbanken liggen de loan-to-deposit-ratio’s iets lager dan het gemiddelde. Dit komt doordat deze cijfers gelden voor het hele concern en hier dus ook de resultaten van de zakelijke en internationale takken van de bank in worden meegenomen.
Bank |
Loan-to-deposito-ratio juni 2014 |
Loan-to-deposit-ratio juni 2013 |
ABN AMRO |
119 |
123 |
ING |
103 |
107 |
Rabobank |
136 |
135 |
SNS Bank |
114 |
138 |
Wat betekent de loan-to-deposit-ratio voor de spaarder?
De loan-to-deposit-ratio helpt verklaren waarom de spaarrentes zijn zoals ze nu zijn en wat de tarieven in de nabije toekomst gaan doen. Doordat de hypotheekschulden die Nederlandse banken hebben uitstaan relatief hoog zijn, is het aandeel ‘loan’ dus gestegen. Dit betekent dat banken meer geld moeten aantrekken om de leningen te financieren. Door de crisis is het de afgelopen jaren voor Nederlandse banken steeds moeilijker geworden om geld aan te trekken op de kapitaalmarkt. Daar komt bij dat veel beleggers niet durven te investeren in Nederlandse hypotheken, omdat de huizenprijzen daalden en steeds meer huizen ‘onder water’ kwamen te staan. Gevolg: banken worden afhankelijker van spaargeld om de grote hypotheekschulden te kunnen financieren. Hierdoor liggen de spaarrentes in Nederland hoger dan in bijvoorbeeld België en Duitsland.
Dat de spaarrentes de afgelopen maanden toch vooral aan het dalen waren, komt voornamelijk doordat de rentes op de kapitaalmarkt, waar banken hun spaarrentes op baseren, flink zijn gedaald. Maar in Nederland zijn de rentes nog steeds niet zo hard gedaald als in onze buurlanden.
Loan-to-deposit-ratio verwachting
De verwachting is dat de loan-to-deposit-ratio’s van Nederlandse banken de komende tijd verder gaan dalen. In de bovenstaande tabel was al zichtbaar dat de ratio’s in de eerste helft van 2014 zijn gedaald, en deze daling zal zich voortzetten. Dat komt met name doordat steeds meer mensen extra aflossen op hun hypotheek. Dit wordt door de overheid nog eens extra gestimuleerd door de verruimde vrijstelling voor de schenkingsbelasting, die tot eind volgend jaar geldt als je de schenking gebruikt voor de aankoop of financiering van een woning. Aflossingen op hypotheken horen hier ook bij. Hierdoor zal het aandeel ‘loan’ in de loan-to-deposit-ratio kleiner worden.
Daarnaast lijkt de daling van de huizenprijzen tot stilstand gekomen en zijn er steeds meer tekenen dat banken langzaamaan gemakkelijker geld kunnen aantrekken op de kapitaalmarkten. Nadeel voor de spaarder is wel dat banken hierdoor ook het spaargeld minder hard nodig hebben en dus geen prikkel krijgen om de spaarrentes te verhogen. De verwachting is dus dat de spaarrentes de komende tijd op ongeveer hetzelfde niveau blijven als nu. Pas als de kapitaalmarktrentes weer gaan stijgen, zullen de spaarrentes weer echt omhoog gaan.